Steekt een hert de weg over of rijden wij dwars door zijn bos heen? Waarom moeten we op een knopje drukken als we de straat over willen steken? En hoe kan het dat we steeds sneller reizen, maar geen seconde eerder thuiskomen?
Het recht van de snelste is een van de betere non-fictie boeken die ik in lange tijd heb gelezen. Na het lezen kan ik niet meer hetzelfde kijken naar het verkeer en de inrichting van de mobiliteit in Nederland. Het boek kwam dan ook met sterke feiten. Een voorbeeld: we spreken altijd over het grote fileprobleem, maar slechts 2-3% van de Nederlanders heeft daadwerkelijk last van files. Best een klein percentage, hè? En ook wordt er verteld hoeveel ruimte openbare parkeerplaatsen innemen en hoeveel plekken daarvan altijd vrij zijn. En dat zijn best wel bizarre cijfers!
Er zijn in Nederland bijna evenveel parkeerplaatsen als er mensen zijn, en dat betekent dat er twee keer zo veel parkeerplaatsen als auto’s zijn. Als je al die parkeerplaatsen aan elkaar zou leggen, zou dat een groter gebied beslaan dan het complete landoppervlak van de gemeente Amsterdam.
Het leukste van het boek vind ik ook dat je ziet hoe erg we gewend zijn de auto als middelpunt te nemen. Als we ‘het verkeer’ horen denken we ook meteen aan auto’s. Terwijl treinen of fietsers ook gewoon verkeer zijn. Maar er wordt ook verteld dat er in de 20ste eeuw behoorlijk is gelobbyd in Nederland, waardoor er nu meer ruimte is voor fietsers dan in andere Europese landen!
Het boek is soms wel wat deprimerend. Sommige feiten laten zien hoe sterk de auto de openbare ruimte heeft ingenomen. Maar gelukkig schreef ze ook nog een hoofdstuk over oplossingen voor de openbare ruimte en het verkeer. Het recht van de snelste is in ieder geval een grote aanrader voor iedereen die weleens uit moet leggen waarom meer asfalt niet perse de beste oplossing is. Of waarom ze óók geen elektrische auto zouden kopen. Zelfs als auto’s 0% CO2 uit zouden stoten, zijn er genoeg redenen om er minder van te hebben.
Dit is een boek dat eigenlijk iedereen zou moeten lezen. Gewoon omdat het zo’n eye opener is.
Meer lezen over non-fictie? Kijk ook eens bij deze posts: